Stoofpeertjes met port & rode wijn

Stoofpeertjes met port en rode wijn zijn lekker bij allerlei herfst- en winterrecepten zoals hachee en puree of als bijgerecht bij een uitgebreide maaltijd tijdens feestdagen. Maar deze stoofpeertjes zijn ook heerlijk als nagerecht bij ijs of pudding. Het sap is ingekookt tot een siroop en daarmee dus ook heel geschikt voor een lekker toetje met panna cotta. Je kunt deze peertjes warm of koud eten.

Koken in wijn of sap

In dit recept gebruik ik wijn en port. Er zit dus behoorlijk wat alcohol in. Dat kook je er voor het grootste deel uit maar ik zou dit fruit toch niet aan kleine kinderen geven. Kook in dat geval liever de peertjes in bessensap of water met rode suiker (je bereikt niet de diepe smaak die je krijgt met rode wijn en port). Check tijdens het inkoken of de siroop niet te zoet wordt. Gebruik eventueel extra citroensap.

Verschil tussen aardappelzetmeel en maïzena

De siroop wordt ingedikt met aardappelzetmeel. Ik gebruik hier aardappelzetmeel omdat de saus dan wat transparanter blijft. Als je dat niet in huis hebt gebruik dan maïzena. Je hebt wel wat meer nodig omdat aardappelzetmeel sterker bindt dan maïzena.

Stoofpeertjes uit de snelkookpan of slowcooker

Maak deze stoofpeertjes ook eens in de snelkookpan of juist de slowcooker. In de snelkookpan zijn ze (met lage druk) in ca 20/30 minuten gaar. Gebruik op de slowcooker de lage stand en laat de peertjes 4 a 5 uur garen.

Stoofpeertjes inmaken

Wil je de stoofpeertjes langer bewaren? Je kunt ze ook inmaken. Kook in dat geval het vocht niet in tot siroop maar doe de warme peertjes in een schone pot en vul af met het vocht. Zet op zijn kop zodat het geheel vacuüm trekt.

Welke stoofperen gebruiken?

In Nederland kennen we vooral Gieser Wildeman maar probeer ook Brederode of roze Saint Remy als je die tegenkomt.